Inleiding
Een Dutchbat-militair die als vredeshandhaver als machteloos toeschouwer de val van Srebrenica meemaakte had er jaren slapeloze nachten van, niet vanwege nachtmerries maar omdat hij ‘vastliep’, omdat hij ‘kortsluiting’ kreeg. Hij omschreef zijn gevoel als volgt:
‘Ik wilde mezelf niet schuldig noemen, ik had mijn stinkende best gedaan. Ik deed alles wat ik kon. Maar ik wilde mezelf ook niet onschuldig noemen, dat kon niet. Ik had die mensen toch in de steek gelaten.’
Deze militair voelde zich niet alleen verraden door zijn politiek leiders, maar ook vervreemd van de Nederlandse samenleving. Ooit was deze zijn thuis, maar hij kon de gemakzuchtige kritieken en meningen niet meer aanhoren. Bovenal ontwikkelde hij boosheid en vervreemding naar zichzelf toe, diepe schuld en schaamte, nachten-lang wakker liggend van de vraag of hij anders had kunnen en moeten handelen. En ook daarin speelde de samenleving een rol. Het maatschappelijke debat rondom Srebrenica en meer in het algemeen rondom recente missies leek nooit voorbij karikaturen te kunnen geraken van militairen als Schurk, Held en Slachtoffer.
Lees het artikel verder via deze pagina. Nog geen abonnee? Klik dan hier.